prev next front |1 |2 |3 |4 |5 |6 |7 |8 |9 |10 |11 |12 |13 |14 |15 |16 |17 |18 |19 |20 |review
Univariate verbanden tussen de stijfheid van de verschillende orgaansystemen en de systolische en diastolische bloeddruk en de polsdruk (SBP-DBP). Polsdruk is een maat die sterk gerelateerd lijkt aan de stijfheid van de arteriele vaatwand.

De getallen zijn lineaire regressiecoefficienten in modellen met de BP als afhankelijke variabele en de andere variabelen als onafhankelijke variabelen.

De rode getallen zijn statistisch significante verbanden. Uitleg: bv bij elke graad meer beweeglijkheid van de gewrichten is er een 0.04 mmHg lager bloeddruk. Ter toelichting: bij vergelijking van de uiterste kwartielen van gewrichtsbeweeglijkheid (zo’n 140 tot 150 graden verschil) is er een verschil in SBP van ongeveer 6 mmHg. Dat is nog altijd zo’n 2 a 3 keer sterker verband dan bv de associaties die in het kader van de Barker hypothese tussen geboortegewicht en bloeddruk op adolescente leeftijd worden gevonden.

Er is een positief verband tussen huiduitrekbaarheid en DBP en positieve verbanden tussen spierkracht en bloeddruk.

Er zijn geen verbanden met botkwaliteitsvariabelen.

Vraag: zijn deze verbanden echt of worden ze door andere factoren verklaard???